Er is een nieuwe macht ontstaan: De neo-kapitalisten.
Deze hedgefunds en private equities drijven handel in ondernemingen met als doel korte termijn financieel rendement. Ze richten zich niet op het creëren van duurzame waarde voor verschillende betrokken partijen. Met een focus op snelle handel met veel geleend geld stropen zij de wereldmarkt af op zoek naar financiële winst.
Het proces is even eenvoudig als doeltreffend: de directie stuurt aan, gestimuleerd door een enorme prestatiebeloning, op een korte termijn verhoging van de aandeelhouderswaarde. De aanpak bestaat uit een extreme focus op interne efficiency (kostenverlaging, saneringen, afstoten) in combinatie met een hyperactief acquisitiebeleid (overnemen of je laten overnemen). Alles wat leidt tot een verhoging van de beurskoers van de onderneming. Als klapper op de vuurpijl wordt het bedrijf opgesplitst en in delen verkocht. Dit levert de aandeelhouder in veel gevallen meer op dan als het bedrijf in zijn geheel wordt verkocht. Dat het om veel geld gaat is duidelijk. Alleen al in Nederland werd vorig jaar voor meer dan 25 miljard euro door de neo-kapitalisten opgekocht en naar verwachting zal dit explosief toenemen. Onder andere Maxeda (Hema), PCM, Corus en ABN AMRO hebben momenteel met de ‘roofridders’ te maken.
Wat zijn eigenlijk de gevolgen?
Het mag duidelijk zijn dat met de jacht op kortetermijnwinst de langetermijninvesteringen nagenoeg stil staan. Volgens Hoogleraar Economie, A. van Witteloostuijn, zijn de drie O’s van de Nederlandse kenniseconomie (Onderzoek, Ontwikkeling en Onderwijs) het kind van de rekening. De roofridders zien het menselijk kapitaal als kostenpost. Om die reden worden medewerkers blootgesteld aan extreme productiviteitseisen en vergeleken met hun directie marginaal beloond. Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en passie in het vak verdwijnen. De strak geregisseerde reorganisaties die elkaar in hoog tempo opvolgen veroorzaken een enorme onthechting van de organisatie. Ruimte voor innovatie verdwijnt als sneeuw voor de zon, terwijl een gebrek aan innovatie een organisatie op lange termijn de das omdoet.
Voor een duurzame economie is het noodzakelijk dat er een nieuwe balans ontstaat tussen de verschillende belangen en waarden van betrokken partijen. Het Nederlandse poldermodel waar bij de verschillende belanghebbende partijen via vertegenwoordiging met elkaar afspraken konden maken blijkt niet meer te werken. Mensen laten zich niet meer vertegenwoordigen of hebben geen vertrouwen meer in diegene die ze vertegenwoordigen. Het lijkt erop dat de roofridders geen krachtige tegenstanders ontmoeten en vrijelijk hun rooftocht zullen voortzetten.
Is hier een oplossing voor?
Zoals in veel gevallen wordt de wetgever aangekeken om in actie te komen. Maar de Nederlandse wetgeving is volgens A. van der Zwam doorgeslagen in liberalisering (De Volkskrant, 5 mei 2007). Hierdoor zorgt de wetgever niet meer voor het creëren van een balans tussen de belangen van de aandeelhouders en de overige stakeholders. Het is de hoogste tijd voor een wetswijziging die het mogelijk maakt een veto tegen overname uit te spreken door een onderneming van strategische betekenis voor Nederland te verklaren. Maar wetwijzigingen kosten tijd en leiden na verloop van tijd niet zelden tot meer bijwerkingen dan het verhelpen van de oorspronkelijke kwaal. Als de wetgever niet adequaat kan optreden en de huidige gekloonde topmanagers verbonden blijven sluiten met de roofridders is een nieuwe kracht nodig.
De eerste aanzet van deze kracht is al aanwezig en zal een volstrekt nieuwe vorm hebben waar de roofridders geen enkele grip op zullen hebben. In zijn boek ‘Liquid life’ beschrijft Zygmunt Bauman een nieuwe generatie mensen die anders om gaan met de klassieke invulling van de paradox ‘veiligheid versus vrijheid’. Vroeger leverden mensen hun (persoonlijke) vrijheid in bij organisaties, instituten en samenleving in ruil voor veiligheid. Zij accepteerden dat topmanagers, regeringen, financiers, etc., voor hun besluiten namen en legden zich neer bij de gevolgen hiervan. De nieuwe generatie mensen zijn vrijdenkers en vrijdoeners en accepteren geen grenzen meer (global players). De basisingrediënten voor innovators! Bauman waarschuwt echter voor de sterke individualisering en daarmee het gebrek aan maatschappelijke verbondenheid. Mijn inziens behoren de roofridders tot deze nieuwe generatie die Bauman zo treffend heeft beschreven.
Daar waar Bauman vooral de schaduwkant van de ontwikkelingen ziet beschrijven Jeroen Boschma en Inez Groen in hun boek ‘Generatie Einstein: slimmer, sneller en socialer’ de positieve kanten. De nieuwe, innovatieve generatie lost de enorme complexiteit in de wereld op door te kiezen voor collectivisme in plaats van individualisme. Zij handelen vanuit authenticiteit, integriteit en oprechtheid. Innovatie is voor hun niets nieuws onder de zon. Ze zien het het als een natuurlijk gevolg van de wijze waarop zij met elkaar samenwerken. In hun perspectief behoren de roofridders tot een voorgaande generatie en ze voelen geen enkele verbondenheid met hen. Roofridders hebben grip op bestaande organisatievormen en instituten. De Generatie Einstein voelt zich helemaal niet thuis in de bestaande organisatievormen en creërt een eigen nieuwe manier van samenwerken.
De Generatie Einstein zal ons confronteren met een nieuwe rolverdeling van betrokkenen in onze maatschappij. Onderscheid tussen consumenten, producenten, eigenaren, financiers en ontwikkelaars zal vervagen. Organisatievormen waarbij managers worden aangesteld om voor andere besluiten te nemen worden vervangen door vormen waarin mensen beschikken over kennis en ervaring die nodig zijn voor een specifiek besluit op een specifiek moment. Er zijn al diverse concrete voorbeelden van deze nieuwe vormen. Zo beschrijft innovatiedeskundige Charles Leadbeater in zijn boek ‘We-think’ (Internet: http://www.wethinkthebook.net/) nieuwe organisatievormen die drijven op het concept van Mass-participation: innovatie als een sociaal, cumulatief en collaboratief proces. De nieuwe organisaties kenmerken zich door gewoontes uit een kleinschalige gemeenschap op een wereldwijd niveau te verbinden door ‘low cost connectivity’. Linux en Wikipedia zijn daarbij slechts de eerste voorbeelden.
Het is in deze nieuwe wereld waar de innovatieridders zullen opstaan. Het zijn de leiders die zelfverzekerd opereren vanuit authentieke waarden en bescheidenheid. Ze staan zeer uitnodigend tegenover massale participatie voor het verder ontwikkelen van hun initiële gedachtegoed. En mensen zullen deelnemen, niet op basis van een behoefte of noodzaak aan meer veiligheid, maar op basis van het vergroten van hun eigenwaarde en waardering van hun gelijken. De uitkomsten zijn gebaseerd op de bijdrage van iedere participant en zijn ook voor iedere participant vrij toegankelijk.
Roofridders worden geconfronteerd met een compleet nieuw slagveld en een nieuwe tegenstander: de Innovatieridders!
In mijn volgende artikel zal ik verder ingaan op de kenmerken van de nieuwe organisatievormen en wijze waarop innovatie plaatsvindt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten