===============================================

===============================================

dinsdag 6 december 2011

Strategische Innovatie Killers

Het klimaat voor innovatie wordt ieder jaar slechter. Raar eigenlijk want in diverse onderzoeken naar Strategie en Innovatie blijkt dat senior leiders innovatie zien als de motor voor groei. Wat maakt het dat het klimaat verslechterd? Is het vooral toe te wijzen aan het gebrek aan innovatiemiddelen veroorzaakt door de Banken- en de Eurocrisis? Of zijn er meer fundamentele strategische oorzaken aan te geven die er voor zorgen dat het innovatieklimaat structureel achteruit holt?


Gijzelen van de vrije markt

De vrije markt, mits er echte vrijheid bestaat, lokt creativiteit en ondernemerschap uit om producten en diensten in de markt te zetten zolang daar behoefte aan bestaat en middelen beschikbaar zijn. Iedere speler krijgt gelijke kansen om de beste invulling te bedenken van de marktbehoefte. Een van de grondleggers van de vrije markt is Adam Smith (The Wealth of Nations, 1776). Hij beschreef drie simpele basisregels voor een vrije markt: aanwezigheid van concurrentie (geen monopolisten of spelers met macht om prijzen en regels te manipuleren), volledige transparantheid van en toegang tot markt informatie, en als laatste maar zeker zo belangrijk dat winsten worden hergeïnvesteerd in de vorm van innovaties naar de markt. Het idee is “volledige vrijheid zal leiden to volledige gelijkheid”.

Opvallend is dat veel mensen geloven dat het concept van de vrije markt de schuld is van de huidige crisis (eind 2008 bij de banken, de landencrisis en de Eurocrisis nu). Is het concept verkeerd of wordt het concept bewust gemanipuleerd? De werkelijkheid laat zien dat we niet instaat zijn het concept volgens Smith daadwerkelijk uit te voeren. Volgens Rob Wijnberg (www.robwijnberg.nl) leven we in een Fantoomeconomie. In navolging van Noam Chomsky (1928) beschrijft Wijnberg dat in de werkelijkheid er nooit sprake is geweest van een vrije markt economie. Een belangrijk element is dat grote organisaties niet of onvoldoende herinvesteren in Innovaties. Het geld verdwijnt in de zakken van de (groot) aandeelhouders en bestuurders. De overheid moet inspringen en innovaties via subsidies stimuleren. Hij schrijft: “Het systeem dat wij kapitalisme noemen, noemt Chomsky dan ook liever „staatscorporatisme” – een systeem waarin grote bedrijven de winst opstrijken van innovaties geïnitieerd door de overheid en vervolgens in de vorm van megasalarissen en bonussen onderverdelen onder hun topmanagers en grootaandeelhouders.”

Grote organisaties (private maar ook zeker de publieke) beperken dus bewust de vrijheid in de markt door het onttrekken van te veel middelen voor eigenaren en topmanagement. Deze organisaties beperken ook bewust de andere regels van het vrije markt concept. Via kartelvorming, prijsafspraken en overnames via ondoorzichtige financiële constructies ontstaan megabedrijven die ook de politiek en wetgever bewust beïnvloeden zodat hun groei niet gebaseerd hoeft te worden op slimme innovaties maar het inperken van de mogelijkheden voor nieuwe aanbieders.

De overheid helpt deze fantoomeconomie in stand te houden door het nalaten van adequate wetgeving te ontwikkelen en door te voeren.

Inleveren van vrijheid voor (schijn) veiligheid

Consumenten en burgers zijn bereid om hun persoonlijke vrijheid bewust en onbewust in te leveren voor het vergroten van hun persoonlijke veiligheid. Volgens Zygmunt Bauman (Liquid Life, 2005) worstelen veel mensen met het gevoel het vluchtige leven niet meer bij te kunnen benen. Door een overvloed van niet begrijpende informatie via nieuwe technologie beschikbaar gekomen, ontstaat er angst en grote onzekerheid. De mensen kunnen niet inschatten hoe dit hun persoonlijk zal raken. Zij hebben het gevoel af te haken, er niet meer bij te horen en te vervallen tot de grote onderstroom van mensen die er niet meer toe doen. Zij zijn niet instaat om hun persoonlijke keuzevrijheid om te zetten in een gevoel van veiligheid. De mega-organisaties zijn in staat via misleidende reclames en het systematisch vergroten van die angstgevoelens, producten en diensten aan te prijzen die consumenten en burgers doen geloven dat daarmee wel een persoonlijke veiligheid kan worden gecreëerd. Dit is echter een Fantoom-veiligheid. De mensen worden, zonder dat ze snappen hoe, met slimme business modellen in een soort lock-in gebonden aan de afname van deze producten en diensten. Er uit stappen betekent vaak enorme hoge kosten.

Inerte Business Strategie

De strategische richting in grote organisaties is een resultante van een eenzijdige besluitvormingsproces. Leiders stellen een eigen strategische hypothese die met feiten wordt onderbouwd en gevalideerd (niet zelden door een ingehuurde strategie consultant). Het gevolg is een strategie-inertie, waarin de echte innovatie al een dood geboren kind is.

Stephen Wunker beschrijft op zijn blog (blogs.hbr.org) de mening van Peter Drucker om op feiten gebaseerde strategische richting niet klakkeloos als de waarheid te accepteren. Drucker beschrijft: "Most books on decision-making tell the reader: First find the facts. But executives who make effective decisions know that one does not start with facts. One starts with opinions...The understanding that underlies the right decision grows out of the clash and conflict of divergent opinions and out of serious consideration of competing alternatives. To get the facts first is impossible. There are no facts unless one has a criterion of relevance." (Tasks, Responsibilities, Practices, 1973).

Voor het formuleren van een Business Strategie waarvan de Innovatie strategie een kernonderdeel moet zijn, vereist een nieuwe aanpak. De opinie van alle relevante stakeholders moet in dit proces worden meegenomen in plaats van slechts de mening van de top van de organisatie. Innovatie vraagt om van buiten naar binnen te durven kijken en je te verbinden aan partners die buiten de directe invloed van de top van de organisatie staan.

De huidige generatie leiders zijn niet in staat nieuwe (innovatieve) oplossingen voor de drie fundamentele strategische oorzaken van het verslechteren van het innovatieklimaat te ontwikkelen. Blijkbaar is daar een nieuwe generatie voor nodig. Gelukkig staat die nieuwe (Einstein) generatie aan de deur te trappelen. Alle tekenen wijzen erop dat die deur in 2012 open zal gaan en de nieuwe generatie het voortouw zal nemen om op basis van nieuwe waarden de samenleving in te richten. Het zal het jaar zijn waarin vele nieuwe (politieke, economische en sociale) innovaties het levenslicht zullen zien.

Koen Klokgieters